In Henegouwen wordt sinds de 19^de eeuw in grote boerderijen bier gebrouwen met gerst en hop. Op het grondgebied van de gemeente Silly bevonden zich negenentwintig cafés en drie brouwerijen voor welgeteld tweeduizend bewoners. Vandaag rest enkel Brasserie de Silly, de enige actieve brouwerij in het gelijknamige dorp. Hier volgt een korte geschiedenis. Brasserie de Silly ontstaat in 1850 in de hoeve Cense de la Tour, eigendom van de heer Arnould de Limoge en verkocht aan Marcellin Meynsbrughen. Marcellin beschikt over een pers voor zonnebloemolie. Wellicht zet hij als brouwer een lange traditie op de hoeve voort. In 1904 tekent zijn opvolger, zijn zoon Adelin, het eerste contract met de brouwers van Henegouwen voor de oprichting van een ziekteverzekering die het risico op ongevallen in de brouwerij dekt. Adelin overlijdt op jonge leeftijd in 1907 en zijn erfgenamen zijn nog jong. Zijn zoon Adelin, 16 jaar, moet zijn brouwersopleiding in Gent beëindigen om de bedrijfsleiding over te nemen. Een neef zal hem enkele jaren lang bijstaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog overschilderen de brouwers de koperen ketels met pek om opeising door de Duitse bezetter te voorkomen. Het plan werkt want de brouwerij kan overleven als centrale brouwerij. Het is de enige brouwerij op het grondgebied die operationeel blijft tijdens de oorlog. Andere brouwers komen er zich bevoorraden om te kunnen blijven leveren. Tot 1955 maakt Brasserie de Silly gebruik van 5 paarden waaronder een appelschimmel, de geluksbrenger. Twee stallen, één voor twee en één voor drie paarden, bevinden zich aan de ingang van de brouwerij. Rond 1930 beschikt de brouwerij over een wagenpark met een vrachtwagen en twee bierkarren voor het vervoer van tonnen te paard.

Wordt vervolgd.